Nederland telde in 2020 407 actieve Brzo-bedrijven. Het Brzo-2015 staat voor ‘Besluit risico’s zware ongevallen 2015’. Het besluit heeft betrekking op bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken, die giftig, ontvlambaar of explosief kunnen zijn. Bedrijven die met dergelijke stoffen moeten specifieke maatregelen nemen, zodat risico’s op zware ongevallen zo veel mogelijk worden beperkt.
SEVESO III- richtlijn
Het Brzo-2015 is de Nederlandse invulling van de Europese richtlijn SEVESO III-richtlijn over arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding. De naam Seveso is een verwijzing naar een grote chemische ramp die in de jaren zeventig in Italië plaatsvond. Naar aanleiding van deze ramp, is in de Europese Unie de eerste SEVESO richtlijn tot stand gekomen om dergelijke situaties voortaan te voorkomen.
Voldoet uw bedrijf aan de BRZO-eisen?
Het doel van het Brzo-2015 is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen met gevaarlijk stoffen. Afhankelijk van de hoeveelheid en de categorie indeling van gevaarlijke stoffen, wordt aan de hand van drempelwaarden bepaald of een bedrijf onder het Brzo valt.
Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen lage en hoge drempelwaarden en hieraan gekoppeld worden verschillende eisen gesteld. Lagedrempelbedrijven moeten beschikken over minimaal een veiligheidsbeleid en een veiligheidsbeheerssysteem (VBS), terwijl er voor hogedrempelbedrijven aanvullende eisen gelden. Hogedrempelbedrijven zijn bijvoorbeeld verplicht een Veiligheidsrapport op te stellen. Als Brzo-bedrijf moet u deze drempelwaarden goed in de gaten houden, wanneer u bijvoorbeeld aanpassingen in de bedrijfsvoering doorvoert. Het kan zo zijn, dat u op eens aan de zwaardere eisen en verplichtingen moet voldoen of dat u voorheen nog niet hoefde te voldoen aan het Brzo en op eens wel binnen deze categorie bedrijven valt.
Inspecties & handhaving toezichthouder
Hogedrempelbedrijven worden jaarlijks geïnspecteerd door toezichthouders, terwijl lagedrempelbedrijven eens in de drie jaar door de toezichthoudende instellingen aan de hand van de eisen geïnspecteerd worden. Bij geconstateerde overtredingen heeft de toezichthouder allerlei instrumenten en en bevoegdheden om maatregelen te treffen. Zoals bijvoorbeeld een bestuursrechtelijk eis tot naleving, een last onder dwangsom of bestuursdwang, een bestuurlijke boete of in het uiterste geval zelfs een (tijdelijke) stillegging van het bedrijf.
Compliance is niet vanzelfsprekend
Voor meer dan de helft van de in 2020 geïnspecteerde bedrijven geldt dat zij niet aan alle eisen voldeden. Dit kan leiden tot kostbare boetes of tijdrovende handhavingstrajecten en procedures. Het is daarom belangrijk om dit structureel onderdeel van de bedrijfsvoering te maken, om zo de bedrijfscontinuïteit te borgen.
Leenheer heeft veel ervaring in het begeleiden van BRZO-bedrijven, het testbaar maken van installaties en het oplossen van actieve vraagstukken.
Neem contact op voor een vrijblijvende kennismaking.
Bron: https://brzoplus.nl/inspectie-resultaten/monitor-naleving/